Een bijzondere kool: Boerenkool

Boerenkool (Brassica oleracea sabellica) is, zoals zijn wetenschappelijke naam al aangeeft, een variant van de kool (Brassica oleracea).
De oerboerenkool stamt uit Anatolië, het huidige Turkije, waar hij voor 5,000 jaar geleden voor het eerst in cultuur werd gebracht. Vermoedelijk is de bladkool – de voorvader van de boerenkool – de eerste kool die werd gecultiveerd. Die oervorm van onze groene boerenkool zou in al de vierde eeuw voor Christus in Griekenland en daarna ook in Italië zijn geteeld. Theophrastus beschreef in 350 vChr al een gekronkelde kool, een oude vorm van boerenkool.

Boerenkool is in ons land een kool met diepgroene gebobbelde bladeren. Dat dezelfde kool in Duitsland Braunkohl genoemd wordt is het gevolg van het feit dat het blad in vroeger tijden nogal een variabele kleur had. In sommige streken neigde deze naar bruin, terwijl het blad elders zelfs paars kon zijn. Nog tot 1951 worden in de rassenlijst bonte of sierkolen genoemd die slechts ‘dienden tot versiering van fruitschalen’. Zaadjes van die sierboerenkolen zijn in toenemende mate weer te koop. Het lijkt dat er tot begin twintigste eeuw een grote variatie aan bladkolen bestond, waarvan de donkergroene gekrulde boerenkool er slechts eentje was, maar wel de enige die in de loop van de tijd overbleef dankzij ons nationaal gerecht boerenkool met worst. De jaarlijkse productie van boerenkool ligt al een jaar of twintig rond de zeven miljoen kilo.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Brassica, is Latijns en betekende 'kool' en is vermoedelijk afgeleid van caput 'hoofd', dat verwijst naar de vorm van veel kolen. Het Engelse woord cabbage herinnert nog aan zijn Latijnse oorsprong. Het tweede deel, oleracea, heeft ook een Latijnse bron: oleri betekende 'eetbaar'. Het derde deel, sabellica, vernoemt de Sabijnen, een stam die Italië bewoonde voordat de Romeinen daar de macht grepen.

Er is maar weinig bekend over de geschiedenis van boerenkool in Zuid-Europa. Vermoedelijk was het slechts een van de vele bladgroenten die men daar uit het wild oogste en die men in het Klassieke Griekenland chorta (χόρτα) ofwel 'bladgroenten' noemde. Ook tegenwoordig is horta vrasta (χόρτα βραστά) nog steeds een gezond gerecht dat veel Grieken op tafel zetten.
[Horta vrasta]

Boerenkool is een typische bladkool die in de noordelijke delen van Europa, zoals Nederland, Noord-Duitsland, Denemarken en Scandinavië, een belangrijke wintergroente is. Voordat aardappels in Europa gangbaar werden, at men de boerenkool met gort. Aangezien aardappels in Amerika inheems waren moest men wachten tot dat de Indianen in het jaar 1492 de schepen van Christophorus Columbus hadden ontdekt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten