Mosterdgas is een strijdgas dat berucht werd door zijn overdadige gebruik in de loopgravenoorlogen in de Eerste Wereldoorlog. Het gas veroorzaakt eerst een prikkeling en uiteindelijk blaren op lichaamsdelen waarmee het in aanraking komt. Maar omdat mosterdgas vaak in gasvorm of nevel werd toegepast ontstonden die blaren natuurlijk ook op oogbol en in de longen.
Het gluiperige van mosterdgas is dat de symptomen pas na 2 tot zelf 24 uur na de blootstelling duidelijk worden en dan waren tegenmaatregelen nauwelijks meer werkzaam. Overigens bestond (en bestaat) er geen tegengif en bestond de behandeling slechts uit het verminderen van pijn. Veel van de slachtoffers leden 40 jaar na de oorlog nog steeds aan de blijvende gevolgen van mosterdgas, voornamelijk met klachten als oogschade, waaronder blindheid, en chronische ademhalingsproblemen.
Zuiver mosterdgas is bij kamertemperatuur een kleurloze, geurloze en olieachtige vloeistof, maar bij toepassing als strijdwapen is zuiverheid geen argument: het gaat dan om de werkzaamheid. In onzuivere vorm is mosterdgas geelbruin van kleur en heeft het een kenmerkende geur, die doet denken aan mosterd, knoflook en mierikswortel.
Morsterdgas zou je in theorie van mosterd kunnen maken, ware het niet dat je heel veel mosterd nodig hebt om een 'zinnige' hoeveelheid te creëren. De scherpe smaak van mosterd wordt namelijk veroorzaakt door een chemische stof met de naam allylisothiocyanaat (C4H5NS). Dit is in grotere hoeveelheden een zeer giftig goedje en het kán als als grondstof gebruikt voor het produceren van mosterdgas.
Mosterdgas (C4H8Cl2S) is in een laboratorium of in een productie-eenheid veel eenvoudiger te produceren door zwaveldichloride te behandelen met ethyleen: SCl2
+ 2C2H4 → (ClCH2CH2)2S. Er komt dus geen mosterd aan te pas.
Toch hebben wetenschappers het hierboven genoemde allylisothiocyanaat (C4H5NS) intussen goed onderzocht. Het blijkt dat het, behalve een brede werking tegen allerhande soorten bacteria, ook werkzaam lijkt te zijn tegen kanker[1]. Veel meer onderzoek is echter gewenst.
[1] Zhang: Allyl isothiocyanate as a cancer chemopreventive phytochemical in Molecular Nutrition and Food Research - 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten