Een bijzondere boon: Hyacinthboon

Nee, de hyacinthboon (Lablab purpureus) is geen familie van de hyacinth, maar is onderdeel van de grotere familie der vlinderbloemigen (Fabaceae). Deze boon is inheems in India, maar is zo populair gebleken dat hij tegenwoordig in alle tropische gebieden wordt geteeld. Het blijkt de enige soort te zijn binnen het geslacht.
Het uiterlijk van de hyacinthboon (als plant en als boon) is behoorlijk variabel als gevolg van de eisen die akkerbouwers er al eeuwen aan gesteld hebben. Tegewoordig zijn het eenjarige planten, al is de hyacinthboon in het wild meerjarig. De dikke, bijna liaanachtige stelen kunnen wel zes meter lang worden. De bladeren kunnen aan de onderzijde behaard zijn. De bloemen kunnen verschillende kleuren hebben, waaronder wit, paars of zelfs met een zweem naar blauw. Ook de peul kan varieren in vorm, grootte en kleur. Gewoonlijk is deze een centimeter of zeven lang en is dan helder paars of lichtgroen van kleur. Hij bevat tot vier bonen. Ook die bonen van een centimeter in grootte kunnen weer verschillend van kleur zijn. Afhankelijk van de cultivar kun je rekenen op wit, bruin, rood of zwart.

De hyacinthboon heeft, zoals je hebt kunnen lezen, een bekoorlijk uiterlijk en dat is de reden dat men hem ook graag als tuinplant aanplant.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Lablab, is van Arabische of zelfs Egyptische oorsprong. Het verklaart het geluid dat droge boontjes in hun peul maken. Het tweede deel, purpureus, is afgeleid van het klassiek-Griekse porphyra, dat 'paarse (kleurstof)' betekent. Het was oorspronkelijk de naam van de zeeslak (Murex), waar de kleurstof uit gewonnen werd.
De bladeren worden rauw of gekookt gegeten zoals wij spinazie eten. Ook de bloemen vinden, rauw of gestoomd, hun weg naar menige tropische maaltijd. De bonen worden gebruikt om tofoe of tempeh te maken. Normaal worden daar sojabonen voor gebruikt.

In een land als Bangladesh worden de peulen in zijn geheel gekookt en opgediend met vis als een curry. In China worden de bonen gewoonlijk eerst gedroogd en daarna gebakken. Daar zijn ze tevens een traditioneel middel om de milt te reinigen, hitte en zweterigheid uit je lichaam te verdrijven en om je eetlust te bevorderen.

Hoe gezond de hyacithboon ook lijkt, hij zit vol met cyanogene glycosiedes die in je lichaam tot het potentieel dodelijke blauwzuur worden omgezet. De peulen en bonen moeten daarom vooraf een aantal keren worden gekookt in steeds ververst water.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten