Een bijzondere boon: Wandoe

De wandoe (Cajanus cajan) is een tropische meerjarige boon uit de vlinderbloemenfamilie die uit India stamt en tegenwoordig in de meeste tropische en subtropische landen verbouwd wordt. In Suriname komen ook de namen loangopesi, gele pesi (pesi is pea in het Sranan), goedé en arhar dhall voor. Soms kom je ook de naam duivenboon tegen, een vertaling van de Engelse benaming, pigeon pea, maar dat levert problemen op. De naam duivenboon is namelijk in gebruik voor een oeroude mini-tuinboon, ook wel kleine veldboon (Vicia faba minor minor) genoemd.
De wandoe behoort tot de oudste cultuurgewassen ter wereld en werd waarschijnlijk al voor 1500 vChr gedomesticeerd vanuit diens oervorm Cajanus cajanifolia, die in het wild in Oost-India voorkomt. Rond het begin van de jaartelling vond een uitbreiding in zowel oostelijke (zuidoost Azië) als westelijke (Afrika) richting plaats. Na het jaar 1,500, toen de wereld steeds kleiner leek te worden, is de plant in veel tropische gebieden, zoals in Zuid-Amerika, op de Caraïbische eilanden en in de Stille Zuidzee ingevoerd.

De wandoe toont zich aan de wereld als een struik en wordt gewoonlijk tussen de anderhalve tot drie meter hoog. De schors is geribbeld met zijdezachte beharing. De behaarde veervormige bladeren bestaan uit drie delen en zijn 2,5 tot 10 cm lang. De wandoe bloeit met geelbruine bloesem.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Cajanus, is afgeleid van het Indische katjang, wat 'boon' of 'noot' betekende, maar in ons land veel bekender is als 'pinda.' Tegenwoordig is het woord 'hervormd' tot het Maleise kacang. Ook het tweede deel, cajan, is een afgeleide van katjang. De Surinaamse benaming 'wandoe' is waarschijnlijk afgeleid van het Congolese woord nguba, wat 'pinda' betekent. Zowel de boon als de naam is meegenomen door slaven uit Afrika.

De peulen hebben een strogele kleur, vaak met een ietwat zwart-paarse verkleuring. Zij variëren in grootte van 4,5 tot zo'n 10 centimeter. De eivormige bonen kunnen geelbruin, crèmekleurig, bruin of roodachtig van kleur zijn en hebben een formaat van ruwweg 6 bij 5 millimeter.

De wandoeboon is een belangrijk voedselgewas en wereldwijd worden meer dan vijf miljoen hectare akkerland met wandoe aangebouwd. Dat levert een gemiddelde jaarlijkse oogst van zo'n vier miljoen ton op. In veel ontwikkelingslanden wordt de aanbouw actief gestimuleerd vanwege de gunstige eigenschappen van wandoe. De wandoeboon kan namelijk gedijen in extreem droge omstandigheden, doet het goed op zelfs zeer arme bodems en is rijk aan eiwit (~20 procent).

Je kunt er dus je klok op gelijkzetten dat westerse bedrijven zich binnen niet al te lange tijd op de wandoe zullen storten. De bekende 'eiwittransitie', de drang dwang om vlees te vervangen door bonen is een belangrijke stimulans, maar ook staat de wandoeboon als nieuwe superfood vast al in de coulissen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten