Een bijzondere mosterdplant: Saharamosterd

Saharamosterd komt niet in Nederland voor. Niet in het wild, niet verwilderd, niet in je keukenkast en niet op je bord. Saharamosterd (Brassica tournefortii) is hier zelfs zo onbekend dat hij geen Nederlandse naam bezit, een probleem dat ik zojuist heb opgelost.

Saharamosterd is inheems in de woestijnen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten en bezit alle kenmerken die je van een mosterdplant mag verwachten. Hier is het simpelweg te koud voor deze warmteminnende plant.

In Engelstalige landen staat de mosterdsoort bekend als Asian mustard, African mustard en Sahara mustard. Gezien het feit dat er ook andere, verwante soorten in zowel Afrika als Azië voorkomen is de naam Saharamosterd de meest logische keus.
Deze mosterdvariant is een eenjarige plant die, afhankelijk van de omstandigheden, kan uitgroeien van óf 10 óf tot 100 centimeter hoogte. In de verzengende hitte van de woestijn worden de bladeren van de saharamosterd niet groter dan acht centimeter, maar heeft de plant de beschikking over voldoende vocht en voedsel dan kunnen die bladeren uitgroeien tot wel 50 centimeter lengte, wat dus een totale spreiding kan opleveren van wel één meter. De bloemen zijn veel fletser van kleur dan de meeste van zijn familieleden. Die staan immers bekend om hun felgele bloemen.

In diens thuislanden in noordelijk Afrika wordt de saharamosterd geoogst omdat de zaden gebruikt kunnen worden om olie uit te winnen. De bladeren en de jonge scheuten kunnen gekookt worden en als groente worden geconsumeerd. In Libië worden saharamosterdbladeren gemengd met couscous en wat andere specerijen om een smakelijk gerecht te maken.

Zoals zoveel planten is ook de saharamosterd op veel plaatsen een invasieve soort geworden. Vooral in de zuidelijke staten van de Verenigde Staten staat hij bekend als een onuitroeibaar onkruid. Eigen schuld natuurlijk, want de eerste saharamosterdplanten zijn per ongeluk meegereisd met de import van tropische dadelpalmen. Men had namelijk in het begin van de 20ste eeuw besloten ook dadels in de Coachella Valley (California, USA) te gaan verbouwen. Dat laatste is wel gelukt overigens.

In plaats van te zeuren kunnen die verwende Amerikanen beter wat recepten verzinnen om de saharamosterd op een positieve manier aan te pakken. Eat the invaders!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten